Gemeenteraad

De commissie onderzoek geloofsbrieven: de heren Goes en Van der Nat en mevrouw Verkleij (vz).

de heer mr.drs. E. Huijsing en mevrouw M. Slaghuis MSc MA

Stavaza 8 MAART 2018

Gemeente Alphen aan den Rijn wil de duurzaamheidshoofdstad van het Groene Hart zijn. De ambitie om in 2050 fossiele brandstofvrij en CO2- en energieneutraal te zijn vraagt om een versnelling. Het “Actieprogramma Duurzaamheid 2017-2020” geeft daar invulling aan. Daarnaast heeft het college onderzocht of het oprichten van een Duurzaam Gemeentelijk Energie Bedrijf (DGEB) meerwaarde heeft voor (de versnelling van) de energietransitie van Alphen aan den Rijn. Uit het onderzoek komt naar voren dat een DGEB zeker meerwaarde kan bieden, echter geen voorwaarde is voor die versnelling. Ook zijn hier flinke investeringen voor nodig.

• Kennis nemen van het “Verkennend onderzoek meerwaarde van een Duurzaam Gemeentelijk Energiebedrijf”
• Instemmen met vervolgtraject ten aanzien van een Duurzaam Gemeentelijke Energiebedrijf.
• De Raad hierover informeren met de bijgevoegde raadsinformatiebrief.

Op 1 juli 2017 is de Wet aanpak Woonoverlast in werking getreden. Deze wet geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om aan de burgemeester de bevoegdheid tot het opleggen van een gedragsaanwijzing te geven. Onze gemeenteraad heeft dit op 14 december jl. gedaan door deze bevoegdheid op te nemen in onze Algemene Plaatselijke Verordening. Daardoor kan de burgemeester in geval van ernstige woonoverlast een gedragsaanwijzing opleggen. In de beleidsregels is opgenomen hoe de burgemeester van deze bevoegdheid gebruik maakt.

De “Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast Alphen aan den Rijn” vast te stellen.

In 2016 en 2017 is een onderzoek uitgevoerd naar de exploitatie van de dorps- en buurthuizen en is gekeken naar het MFA-beleid. Dit is aan de orde geweest in de commissievergadering Sociaal Maatschappelijk Domein van 7 september 2017. De toentertijd voorliggende informatie was nog niet rijp voor besluitvorming. Hierop is besloten om in november 2017 een oriënterend werkbezoek van de raad te realiseren. In dit werkbezoek van 10 november jl. zijn referentieprojecten bezocht in de gemeenten Amstelveen en Haarlemmermeer. Bij dit werkbezoek was een brede, uit vele fracties bestaande, vertegenwoordiging aanwezig. Op basis van dit werkbezoek is op 30 november jl. met hen die betrokken waren bij het werkbezoek besproken om een brief met betrekking tot het multifunctioneel accommodatiebeleid op te stellen en deze aan de raad voor te leggen.

De raad middels bijgaande brief informeren over de aandachtspunten en conclusies (standpunten) van het multifunctionele accommodatiebeleid.

De jaarrekening van de gemeente wordt door de gemeentelijke accountant PWC gecontroleerd op getrouwheid en rechtmatigheid. De rechtmatigheid (het voldoen aan relevante wet- en regelgeving) wordt getoetst aan de hand van het normenkader. Het normenkader bevat alle relevante landelijke en lokale wet- en regelgeving die betrekking heeft op de financiële huishouding van de gemeente. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat het normenkader voorafgaand aan de accountantscontrole ter kennis van de gemeenteraad moet worden gebracht en ter beschikking aan de accountant moet worden gesteld. Met het voorliggende besluit wordt aan deze verplichting voldaan.

1. Het normenkader ten behoeve van de accountantscontrole op de jaarrekening 2017 vast te stellen;
2. Het normenkader 2017 via lijst mededelingen ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraad;
3. De gemeenteraad voor te stellen het normenkader 2017 inhoudelijk te behandelen in de auditcommissie d.d. 7 maart 2017.

De heer Blom heeft namens de fractie Nieuw Elan een aantal vragen gesteld over de gladde vloeren in winkelcentrum de Ridderhof. Het college heeft deze vragen beantwoord.

De schriftelijke vragen van de heer Blom die hij namens de fractie Nieuw Elan op 12 januari 2018 heeft gesteld te beantwoorden conform bijgaande brief.

Mevrouw Prins heeft op grond van artikel 40 van het raadsreglement van orde vragen gesteld. De vragen hebben betrekking op het gebruik van accommodaties en de samenwerking met vrijwilligersorganisaties door Tom in de buurt. Tom in de buurt kiest accommodaties uit verspreid over de gemeente en zo dichtbij en laagdrempelig mogelijk voor inwoners en daar waar vraag is naar ontmoeting en activiteiten. Tom betaalt daarvoor de huur of maakt afspraken op basis van wederkerigheid waarbij Tom een ondersteunende rol speelt bij de activiteiten. Tom werkt altijd aanvullend en neemt geen goedlopende activiteiten over.

De door mevrouw Prins gestelde vragen over het gebruik van de accommodatie door Tom in de buurt te beantwoorden, zoals voorgesteld in bijgevoegde antwoordbrief

De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM) heeft aan de Gemeente een begrotingswijziging en de Kadernota 2019 toegestuurd. De RDOG HM voert voor de Gemeente taken uit op het gebied van o.a. de jeugdgezondheidszorg, bestrijden van huiselijk geweld en kindermishandeling (Veilig Thuis) en infectieziektebestrijding. De RDOG HM vraagt de gemeenteraad om een zienswijze op de begrotingswijziging 2018 I en de Kadernota 2019. Met de begrotingswijziging vraagt de RDOG HM extra geld aan vanwege autonome ontwikkelingen. Het college stelt de raad voor om akkoord te gaan met de begrotingswijziging 2018 I en met de Kadernota 2019. Bij de Kadernota 2019 zijn enkele opmerkingen gemaakt.

Bespreken Conceptbrief met zienwijze op Kadernota 2019 en begrotingswijziging 2018, nr 1.
Mede n.a.v. de toezegging van de wethouder voor een moment voor de raad om input te leveren over aanvullende diensten gezondheidszorg.
Aan de raad wordt gevraagd in te stemmen met de brief met zienswijzen aan de RDOG.

In januari 2018 is de raad akkoord gegaan met de businesscase Parkeerexploitatie. In de businesscase zijn diverse maatregelen opgenomen om de Parkeerexploitatie weer kostendekkend te krijgen. In de Parkeerverordening 2018 en Verordening Parkeerbelastingen 2018 worden diverse maatregelen verder uitgewerkt. In de Parkeerverordening 2018 worden algemene regels gesteld met betrekking tot betaald parkeren en vergunningen. Deze verordening is vrijgegeven voor inspraak. Er zijn geen inspraakreacties binnengekomen. In het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening 2018 worden nadere regels gesteld. Tegen dit besluit kan bezwaar worden gemaakt door belanghebbenden binnen 6 weken na bekendmaking. In de Verordening Parkeerbelastingen 2018 worden de tarieven geregeld. Omdat dit een belastingverordening is, is geen inspraak mogelijk.

De raad voor te stellen:
2. De Parkeerverordening 2016 in te trekken per 1 juni 2018;
3. De Parkeerverordening 2018 vast te stellen en deze per 1 juni 2018 in werking te laten treden;
4. De eerste wijziging Verordening Parkeerbelastingen 2018 vast te stellen.

De belangrijkste opgaven voor bedrijventerrein Hoogewaard zijn een uitbreiding en een herstructurering gericht op een kwalitatieve impuls in het gebied. Samen met de op het bedrijventerrein gevestigde bedrijven, verenigd in Stichting Hoogewaard Bedrijvig (SHB) is samengewerkt aan het geven van invulling hiervan. Om daadwerkelijk over te kunnen gaan tot realisatie, dienen de plannen concreet te worden vastgelegd in een nieuw bestemmingsplan. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente industriële ontwikkelingen met een hoge milieucategorie wil blijven faciliteren, gericht op een kwalitatieve impuls in het gebied met een goede afstemming naar de omliggende woningbouw aan de Hoogewaard, Landlustweg en Lagewaard. Belangrijkste zaken hierin zijn dat een (deel van de) uitbreiding van het bedrijventerrein en de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg rechtstreeks mogelijk is gemaakt. Voor het andere gedeelte geldt dat uitbreiding van het terrein en aanleg van de weg mogelijk is door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen en hierop zijn tien zienswijzen ingediend. Een aantal leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het voorstel is dan ook om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

1 de indieners van de zienswijzen, vermeld in de Nota van zienswijzen bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoogewaard (Bijlage I) ontvankelijk te verklaren;
2 de ingediende zienswijzen (gedeeltelijk) gegrond of ongegrond te verklaren als vermeld in de in punt 1 genoemde Nota van zienswijzen;
3 de Nota van wijzigingen bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoogewaard (bijlage II) vast te stellen;
4 het bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoogewaard, met identificatienummer NL.IMRO.0484.13BPKRHoogewaard-VA01 met de bijbehorende bestanden, met inachtneming van de beslispunten 2 en 3 gewijzigd vast te stellen;
5 de analoge afgeleide verbeelding van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoogewaard vast te stellen;
6 geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, lid 2 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

De Erfgoedverordening 2015 en de Verordening Erfgoedcommissie 2015 zijn gestoeld op de Monumentenwet 1988. Per 1 juli 2016 is de Erfgoedwet ingevoerd, die de Monumentenwet grotendeels vervangt. Daarom is het nodig beide verordeningen te herzien. Middels dit raadsbesluit stelt de gemeenteraad de nieuwe verordeningen vast en trekt hij de oude verordeningen uit 2015 in. Na invoering van de Omgevingswet zal opnieuw een herziening van beide verordeningen nodig zijn.

De nieuwe Erfgoedverordening is gebaseerd op de model erfgoedverordening van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en is aangepast naar de situatie binnen de eigen gemeente en in lijn gebracht met de gemeentelijke Erfgoedverordening uit 2015. De enige extra wijziging is de nieuwe mogelijkheid tot erkenning van immaterieel erfgoed. Dat heeft vooral een symbolische betekenis. Tot nu toe is alleen waardering van materieel erfgoed mogelijk, na vaststelling van de nieuwe Erfgoedverordening kan het college ook waardering uitspreken voor tradities en cultuurhistorische gebruiken.

De Verordening Erfgoedcommissie wijzigt slechts in heel beperkte mate en wordt enkel in lijn gebracht met het vigerende erfgoedbeleid. Dat betekent vooral dat er geen deelgebieden meer worden benoemd. De Erfgoedcommissie mag adviseren over alles aangaande erfgoed in de breedste zin des woords.

De raad voor te stellen:
1 vast te stellen:
• Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2018;
• Verordening Erfgoedcommissie Alphen aan den Rijn 2018.
2 in te trekken:
• Erfgoedverordening Alphen aan den Rijn 2015;
• Verordening Erfgoedcommissie Alphen aan den Rijn 2015.

Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt dat een bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar. Door een aanstaande wijziging van de Wet ruimtelijke ordening komt deze actualisatieplicht te vervallen. De datum waarop deze wijziging in werking treedt, is nog niet bekend. Aangezien het bestemmingsplan Buitengebied Alphen West 2018 ouder is dan 10 jaar is ervoor gekozen om niet de wetswijziging af te wachten maar een beheersverordening op te stellen voor het gebied van Buitengebied Alphen West. Hiermee wordt het planologisch regime voor dit gebied weer actueel. De overige bestemmingsplannen in het gebied, te weten: bestemmingsplan Maximabrug, Geluidszone Industrieterrein Oude Rijn, Herziening Buitengebied 2010, Bestemmingsplan 2e herziening Buitengebied 2010, en Geluidszone Industrieterrein Heimanswetering, blijven, gezien de recente data van vaststelling, gelden.

1 De Beheersverordening Buitengebied Alphen West 2018 met identificatienummer NL.IMRO.0484.Abgalphenwest-VA01 met de bijbehorende bestanden vast te stellen;
2 de analoge afgeleide verbeelding van de Beheersverordening Buitengebied Alphen West 2018 vast te stellen;
3 geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.

Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt dat een bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar. Door een aanstaande wijziging van de Wet ruimtelijke ordening komt deze actualisatieplicht te vervallen. De datum waarop deze wijziging in werking treedt, is nog niet bekend. Aangezien het bestemmingsplan Hazerswoude-Rijndijk 2018 bijna ouder is dan 10 jaar is ervoor gekozen om niet de wetswijziging af te wachten maar een beheersverordening op te stellen voor het gebied van Hazerswoude-Rijndijk. Hiermee wordt het planologisch regime voor dit gebied weer actueel. Het bestemmingsplan ‘Hoogvliet Hazerswoude-Rijndijk-woningen Rijndijk’ ligt ook in dit plangebied. Omdat dit bestemmingsplan pas in 2017 is vastgesteld en derhalve actueel is, is dit plan niet meegenomen in onderhavige beheersverordening. Dit geldt eveneens voor het bestemmingsplan ‘Orionhof 26-28’. Dit bestemmingsplan is in 2016 vastgesteld en derhalve ook nog actueel.

1 De Beheersverordening Hazerswoude-Rijndijk 2018 met identificatienummer NL.IMRO.0484.HRhazerswouderndk-VA01 met de bijbehorende bestanden vast te stellen;
2 de analoge afgeleide verbeelding van de Beheersverordening Hazerswoude-Rijndijk 2018 vast te stellen;
3 geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.

Voor het plangebied van Hoorn West geldt het bestemmingsplan Hoorn West. Dit bestemmingsplan is meer dan 10 jaar oud en dient te worden geactualiseerd. Op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geldt dat een bestemmingsplan niet ouder mag zijn dan 10 jaar. Door een aanstaande wijziging van de Wet ruimtelijke ordening komt deze actualisatieplicht te vervallen. De datum waarop deze wijziging in werking treedt, is nog niet bekend. Aangezien het bestemmingsplan Hoorn West inmiddels ouder is dan 10 jaar is ervoor gekozen om niet de wetswijziging af te wachten maar een beheersverordening op te stellen voor het gebied van Hoorn West. Hiermee wordt het planologisch regime voor dit gebied weer actueel. De overige bestemmingsplannen in het gebied, bestemmingsplan Maximabrug en Geluidszone Industrieterrein Oude Rijn blijven, gezien de recente datum van vaststelling, gelden.

1. De Beheersverordening Hoorn West, Alphen aan den Rijn 2018 met identificatienummer NL.IMRO.0484.Ahoornwest-VA01met de bijbehorende bestanden vast te stellen;
2. de analoge afgeleide verbeelding van de Beheersverordening Hoorn West, Alphen aan den Rijn 2018 vast te stellen.
3. geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.

Op de locatie Anslag 8a wil initiatiefnemer een tweede vrijstaande woning realiseren. Op het ruime perceel is reeds een woning aanwezig van de vader van de initiatiefnemer. De omgeving bestaat voor het merendeel uit woningen, een tweede woning op het perceel is passend. Dit verzoek is eerder aan het college van B&W voorgelegd middels een principeverzoek. Bij brief van 20 mei 2016 is in principe ingestemd met deze ontwikkeling. Om de ontwikkeling mogelijk te maken moet het geldende bestemmingsplan Groot Centrum worden herzien. Onderhavig bestemmingsplan voorziet hierin. Het ontwerpbestemmingsplan en het ontwerpbesluit hogere grenswaarden hebben van 21 december 2017 tot en met 31 januari 2018 ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

1. Het bestemmingsplan Anslag 8a, Alphen aan den Rijn, met identificatienummer NL.IMRO.0484.Anslag8a-VA01 met de bijbehorende bestanden, vast te stellen;
2. De analoge afgeleide verbeelding van het bestemmingsplan Anslag 8a, Alphen aan den Rijn vast te stellen;
3. Geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening.

Aan de Steekterweg 78D is thans het bedrijf Wester-Engh BV gevestigd, een watergebonden bedrijf dat is gespecialiseerd in het bouwen, onderhouden, verhuren en stallen van klassieke sloepen. Het bedrijf gaat verhuizen naar de Rijnhaven. Om dit mede te kunnen financieren, wordt ter plaatse van het bestaande bedrijfspand de bestemming gewijzigd om woningbouw mogelijk te maken. Dit draagt bij een kwaliteitsverbetering van de Oude Rijnzone en sluit aan bij de eerdere besluitvorming van het bestemmingsplan Limes in 2012.

1 De zienswijze ontvankelijk en gegrond te verklaren als vermeld in Bijlage 1 Nota van zienswijzen en wijzigingen;
2 De Bijlage 1 Nota van zienswijzen en wijzigingen vast te stellen;
3 Met inachtneming van beslispunt 1 en 2 het bestemmingsplan Steekterweg 78D met identificatienummer NL.lMRO.0484.Asteekterweg78D-VAO1 digitaal met de bijbehorende bestanden, gewijzigd vast te stellen;
4 Geen exploitatieplan vast te stellen op grond van artikel 6.12, tweede lid, onder a van de
Wet ruimtelijke ordening, omdat de kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd
zijn.

In de afgelopen periode hebben de grondeigenaren in Bentlanden II studie gedaan op welke manier de woningbouwlocatie Bentlanden II gerealiseerd kan worden. Ook is nagedacht over hoe de wijk er uit kan komen te zien. In het plangebied is ook ruimte voor nieuwbouw van beide scholen uit Benthuizen. In de komende periode zal het plan verder uitgewerkt worden en zal gestart worden met de benodigde onderzoeken.

De raad voor te stellen:
1 Een voorbereidingskrediet van € 250.000,- voor de ontwikkeling Bentlanden II beschikbaar te stellen;
2 Dit krediet te activeren als immateriële activa (“kosten onderzoek en ontwikkeling”);
3 De gemaakte voorbereidingskosten (boekwaarde) te dekken door deze op te nemen in de grondexploitatie Bentlanden II wanneer deze wordt vastgesteld;
4 De wijziging van de programmabegroting 2018 vast te stellen.

In april 2017 heeft de gemeenteraad de nota “op weg naar duurzaam gemeentelijk vastgoed” vastgesteld. Hiermee is een startschot gegeven aan het project verduurzamen gemeentelijk vastgoed. Een onderdeel van dit project is het in fases opstellen van duurzaamheid objectexploitaties (DOE’s ) voor ongeveer vijftig gemeentelijke panden.
Met een aantal panden was voor de start van het project al begonnen met de verduurzaming door middel van het treffen van enkele maatregelen. Dit besluit is een uitwerking voor de DOE voor Langeroode.

1 de duurzaamheid objectexploitatie (DOE) voor Langeroode, met een totaal aan (duurzaamheids-)maatregelen ad. € 753.300,-, vast te stellen;
2 a hiervoor een investeringsbudget ad. € 513.300,- beschikbaar te stellen, te activeren, en in afwijking van de Nota “Activeren en Afschrijven” in 15 jaar annuïtair af te schrijven en de structurele kapitaallasten ad. € 41.457,- per jaar vanaf 2019 te dekken middels verlaging van het energiebudget gedurende de respectievelijke afschrijftermijn /terugverdien periode;
b de overige maatregelen ad. € 240.000,- te dekken uit de binnen de voorziening kernvastgoed hiervoor beschikbare budgetten
3 de wijziging van de programmabegroting 2018 vast te stellen.