RC Ruimtelijk en economisch domein

De heer Kraaijenbrink namens het bestuur van de Beheervereniging Voorofsche Zoom Eiland

De regio Holland-Rijnland heeft in nauwe samenwerking met de 13 regiogemeenten de Regionale woonagenda (RWA) en regionale huisvestingsverordening geactualiseerd. Beide documenten zijn bepalend voor een beter evenwicht op de woningmarkt in de regio. Er is bovendien een nationale en provinciale betekenis: de RWA vormt een kader voor de regionale woondeal die wordt gesloten met iedere woonregio. Ook vormt de RWA het kader voor de provincie om de jaarlijkse woningbouwplanning van de regio te toetsen.
De regionale huisvestingsverordening regelt een eerlijke verdeling van betaalbare huurwoningen en zorgt dat deze bij de groepen terecht komen die ze het hardst nodig hebben.
De huidige verordening nadert haar maximale termijn en er zijn een aantal wijzigingen opgenomen om de in- en doorstroming op de sociale huurmarkt te verbeteren.
De gemeenteraad heeft de mogelijkheid om aan het dagelijks bestuur haar zienswijze op de RWA een huisvestingsverordening kenbaar te maken. In de zienswijze wordt gevraagd om spelregels om kansrijke plannen naar voren te kunnen schuiven en voor een betere registratie van de planmonitor, zodat minder realistische plannen de kansrijke plannen niet meer in de weg staan. Ook wordt gevraagd per direct met een ruimere plancapaciteit te werken, om in te spelen op planuitval.
Een belangrijk onderdeel van de RWA heeft de raad op 24 november 2022 reeds bekrachtigd via het addendum op de woonvisie, namelijk het te realiseren aandeel sociale huurwoningen (30%) en middeldure woningen (35%) in de woningprogrammering. In de zienswijze wordt deze ambitie bekrachtigd en wordt de verantwoordelijkheid van iedere gemeente benadrukt om 30% sociale huur in het woningbouwprogramma op te nemen.

de ziende zienswijze met de volgende punten vast te stellen en deze te versturen naar het Algemeen Bestuur van Holland-Rijnland

1. Spelregels om kansrijke plannen naar voren te kunnen schuiven en een betere registratie van de planmonitor, zodat minder realistische plannen de kansrijke plannen niet meer in de weg staan.
2. Per direct met een ruimere plancapaciteit werken, om beter in te spelen op planuitval.
3. De ambitie van 30% sociale huurwoningen en 35% middeldure woningen in de woningprogrammering bekrachtigen en de verantwoordelijkheid van iedere gemeente om 30% sociale huur in het woningbouwprogramma op te nemen benadrukken.