Overzicht College Besluiten

Ook de gemiddelde Alphenaar is sinds corona nog meer online gaan bestellen en dat heeft een zichtbaar effect op straat. Zeker in 2020 resulteerde dat in volle papierbakken en zwervende dozen. Inmiddels zien we dat het aanbod van papier nog altijd hoger is dan in 2019, maar weer langzaam normaliseert.
Wel zien we dat er verhoudingsgewijs meer karton wordt aangeboden. Zo was in 2021 46% van het totaal aangeboden papier karton, in 2019 was dit 33%. Met betrekking tot de inzameling van papier en karton spelen hierbij een aantal zaken:

1. Klein maken karton
    Karton vraagt om een extra handeling, het moet worden klein gemaakt.
2. De inzamelmiddelen zijn minder geschikt voor karton
    De inzamelmiddelen zijn ontworpen voor papier waarbij de capaciteit ook is afgestemd op het volume papier. Het grove en grote volume karton maken dat rolcontainers snel vol zitten en ondergrondse containers snel vol of verstopt.
3. Tekort aan capaciteit
    Uit metingen is gebleken dat er op een aantal locaties tekort is aan capaciteit voor papier en karton.
   In bijgevoegde beantwoording  van de artikel 40 vragen van dhr. Blom leest u hoe hierop wordt geanticipeerd.

Akkoord gaan met de beantwoording van de Artikel 40 vragen van de heer Blom (Nieuw Elan) inzake oud papier en karton

Door de heer P. Versteeg, Nieuw Elan, zijn artikel 40 vragen gesteld omtrent de aanpak van de Regionale Energiestrategie. Deze vragen worden met bijgaande brief beantwoord.

Akkoord gaan met de beantwoording van de artikel 40 vragen omtrent Regionale Energie Strategie

Op grond van artikel 40 van het Reglement van Orde kunnen raadsleden schriftelijk vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders. De heer M. Piette heeft vragen gesteld over het uitvoeringsprogramma 2022 Integraal Veiligheidsbeleid met betrekking tot de onderwerpen ondermijning, diefstal uit auto's en in winkels, samenwerking met burgers en cyberveiligheid.

De artikel 40-vragen van de heer Piette (VVD) te beantwoorden met bijgevoegde brief.

Op 1 juli 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Onderdeel van deze wet is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Beide wetten zorgen voor een ingrijpende verandering binnen het VTH-stelsel. Om als organisatie mee te kunnen bewegen met deze transitie is in 2020 gestart met de Veranderopgave VTH. Een analyse van taken en processen, uitgevoerd in het kader van deze veranderopgave, heeft geleid tot een voorstel voor een toekomstbestendige VTH-organisatie. Het voorstel houdt in dat een aantal taken wordt uitgeplaatst, buiten de organisatie. De slooptaken (inclusief asbest) worden volledig overgedragen aan de Omgevingsdienst Midden Holland, in lijn met het basistakenpakket zoals dat in de Omgevingswet is vastgelegd. Daarnaast wordt het toezicht op brandveiligheid overgedragen aan de Veiligheidsregio Hollands Midden.

1. Instemmen met de overdracht van alle slooptaken naar de Omgevingsdienst Midden Holland, conform het basistakenpakket voor omgevingsdiensten, zoals dat onder de Omgevingswet geldt;
2. Instemmen met de overdracht van het brandveiligheidstoezicht naar de Veiligheidsregio Hollands Midden;
3. De kosten voor de overdracht van slooptaken in 2022, begroot op € 192.125, incidenteel te dekken uit beschikbaar frictiebudget voor deze overdracht binnen de Reserve Veiligheid;
4. De raad voor te stellen dit budget te onttrekken aan de Reserve Veiligheid en dit in de begroting 2022 toe te voegen als bijdrage aan de Omgevingsdienst Midden Holland;
5. De financiële gevolgen van punt 4 en 5 in de begroting te verwerken via de Voorjaarsnota 2022;
6. De kosten voor 2023 en verder te dekken uit een besparing van op het Jaarprogramma Milieu 2023 en het invoeren van milieuleges vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet, in lijn met de Nota kostendekkende exploitaties;
7. De financiële gevolgen van punt 7 te betrekken bij het opstellen van de begroting 2023;
8. Besluitvorming met betrekking tot de invoering van de milieuleges betrekken bij de aanpassing van de legesverordening, die met inwerkingtreding van de Omgevingswet moet worden gedaan.
9. Kennisnemen van de voorgenomen samenvoeging van de Teams Vergunningen en Veiligheid en Inspectie.

Alphen aan den Rijn wil als ‘Groene stad met Lef!’ koploper zijn op het gebied van Duurzaamheid. Duurzame Mobiliteit is daar een logisch en belangrijk onderdeel van. Daarom wordt, in overleg met belanghebbende partijen zoals winkeliers en andere ondernemers, ingezet op het invoeren van een Zero Emissie zone Stadslogistiek in het centrum en aangrenzende wijken per 1 februari 2026. Een emissieloze zone houdt in dat in een bepaald gebied uitsluitend zakelijke bestel- en vrachtvoertuigen zijn toegestaan die geen schadelijke stoffen uitstoten; dat zijn elektrische of waterstofauto’s. Dat draagt bij aan een schone, leefbare stad.

De raad voor te stellen:
1. Een emissieloze zone in te stellen in het centrum en aangrenzende wijken (grote zone) van Alphen aan den Rijn per 1 februari 2026;
2. Een incidenteel projectbudget beschikbaar te stellen ad € 111.150,-, dit te dekken middels een onttrekking aan de reserve Duurzaamheid en in de begroting te verwerken via de Voorjaarsnota 2022;
3. Budget en dekking van de investerings- en operationele kosten met betrekking tot de jaarschijven 2023 en verder onderdeel te maken van de integrale afweging in de kadernota/begroting 2023 met betrekking tot de beschikbare financiële ruimte.

Binnen de regio Holland Rijnland werken gemeenten, provincie, waterschappen, de netbeheerder en vele andere betrokken partijen intensief samen rondom verduurzaming en de energietransitie. In het verlengde van het Regionale Energieakkoord uit 2017 is de afgelopen jaren door de regiopartijen gewerkt aan de ontwikkeling van de Regionale Energiestrategie 1.0. In de zomer van 2021 is de RES 1.0 vastgesteld, ook in de raad van Alphen aan den Rijn. Daarbij zijn wel een motie en een amendement aangenomen. De motie ziet toe op het betrekken van de Raad via de Raadsklankbordgroep Omgevingswet bij de uitvoering van de RES 1.0. Het amendement ziet toe op het schrappen van de zoekgebieden voor wind, en het opnieuw zoeken naar gebieden of locaties voor windenergie, samen met inwoners en stakeholders.
De uitvoering van de RES 1.0 krijgt vooral lokaal invulling (lokale projecten, maatregelen etc.) onder regie van regiopartijen zelf. Deels zullen activiteiten op regionale schaal invulling krijgen. Bijvoorbeeld als dat efficiency voordelen biedt of als ze vanuit de inhoud vragen om bovenlokale afstemming. Om meer richting te geven aan het vervolg van de activiteiten in het kader van de uitvoering is een ondersteuningsprogramma opgesteld. Dit gaat met name in op het samenspel tussen lokale uitvoering en regionale ondersteuning.
In het PHO+ Energie van 22 december 2021 hebben de gemeenten een voorkeur uitgesproken over drie voorliggende opties met betrekking tot (de omvang van) het ondersteuningsprogramma. Op basis van deze voorkeur is het Ondersteuningsprogramma Uitvoering RES 1.0 opgesteld, dat nu ter kennisname voorligt.

* Kennis te nemen van het Ondersteuningsprogramma Uitvoering RES 1.0 van Holland Rijnland;
* De raad middels bijgevoegde raadsinformatiebrief te informeren over dit Ondersteuningsprogramma
van regio Holland Rijnland voor de uitvoering van de RES 1.0

Op 23 november 2017 stemde de raad in met het instellen van een Erfgoedfonds en een Subsidieverordening Erfgoedfonds. Daarnaast stemde de raad in met een ingediende motie om het subsidieplafond van het Erfgoedfonds te verhogen van € 100.000,- naar € 200.000,-. Het Erfgoedfonds staat nog open tot en met 31 december 2022. Het deelplafond voor aanvragen ‘behoud van erfgoed’ is zo goed als bereikt. Het deelplafond voor aanvragen ‘beleefbaar maken van erfgoed’ is nog niet volledig bereikt. Het verzoek is om de deelplafonds per 1 maart 2022 los te laten, zodat het restant van het Erfgoedfonds nog voor beide soorten aanvragen gebruikt kan worden totdat het budget voor het Erfgoedfonds volledig op is.

De subdoelen en gekoppelde budgetten van het Erfgoedfonds per 1 maart 2022 loslaten voor restant budget tot 31 december 2022, zodat er tot het einde van de subsidieregeling nog één totaalbudget beschikbaar is.
    o Alle aanvragen, zowel voor behoud als voor beleving van erfgoed, kunnen op deze
       manier nog worden behandeld totdat het budget op is.

Het college heeft op 23 november 2021 besloten om een overeenkomst te besluiten met Woonforte om aan de Zaagmolenweg in Alphen aan den Rijn 91 tijdelijke woningen te realiseren voor inwoners die nu onvoldoende kans maken op de woningmarkt. De woningen worden voor een periode van 15 tot 20 jaar gerealiseerd. Omdat het tijdelijke woningen betreft, vindt de verdeling van de woningen plaats op basis van de experimenteerruimte zoals beschreven in artikel 17 van de huisvestingsverordening Holland Rijnland. Voor de aanvang van het experiment is een collegebesluit nodig over de verdeling. Op basis van gegevens over inwoners die onvoldoende kans maken op de woningmarkt zijn de gemeente en Woonforte gekomen tot een woonruimteverdeling voor de Zaagmolenweg. Deze verdeling dient – na gebleken succes - als uitgangspunt gehanteerd te worden voor toekomstige vergelijkbare woonprojecten.

• De woonruimteverdeling voor het experiment Zaagmolenweg vaststellen om te voldoen aan de vereisten van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland. Daarmee wordt besloten tot de volgende verdeling van de 91 tijdelijke woningen voor inwoners die nu onvoldoende kans maken op de woningmarkt:
o 54 woningen (60%) voor jongeren tot en met 28 jaar;
o 9 woningen (10%) voor inwoners die wonen via de contingentregeling;
o 9 woningen (10%) voor statushouders;
o 19 woningen (20%) voor herstarters (spoedzoekers met multi-problematiek die buiten de bestaande regelingen vallen);
• bovenstaande verdeling als uitgangspunt te hanteren bij toekomstige woonprojecten voor inwoners die nu onvoldoende kans maken op de woningmarkt, mits uit het experiment blijkt dat het werkbaar en effectief is.